IBD-patiënten kunnen bij ETZ in Tilburg sneller terecht voor zorg en de inzet van thuismonitoring draagt daar aan bij
Het Elisabeth-TweeSteden ziekenhuis biedt sinds 2023 thuismonitoring aan voor inmiddels meer dan 1500 patiënten met inflammatoire darmziekten (IBD), zoals de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Door middel van een app of online portaal kunnen patiënten hun gezondheid zelf thuis monitoren. De verpleegkundige kijkt op afstand mee vanuit het monitoringscentrum van het ETZ. “Voorheen kwamen patiënten 4 keer per jaar naar het ziekenhuis voor een controle. Doordat patiënten nu periodiek thuismeten, is dat niet langer nodig. Patiënten hebben nog maar een keer per jaar controle of vaker als de gezondheidssituatie hier tussentijds aanleiding toe geeft. Dat scheelt patiënten ziekenhuisbezoeken, ze krijgen meer grip op hun aandoening en er kan snel geschakeld worden met de zorgprofessional als dat nodig is”, aldus Yvette Tooten, organisatorisch hoofd van de Maag-, darm- en leverafdeling.
Zorg dichtbij huis
De druk op de zorg in Nederland wordt steeds groter. Er is meer vraag naar zorg en het aantal openstaande vacatures voor artsen en verpleegkundigen stijgt snel. Daardoor stijgen de wachttijden en is het een uitdaging om de zorg toegankelijk te houden voor de mensen die zorg nodig hebben. Digitalisering wordt vaak als oplossing gezien voor de problematiek binnen de zorg. Maar hoe zit dat eigenlijk? Het Elisabeth Tweesteden ziekenhuis laat zien dat digitalisering inderdaad een belangrijke rol heeft in het toegankelijk houden van de zorg voor onder andere patiënten met IBD. Inmiddels zijn er ruim 1.500 IBD patiënten in digitale zorg. Het aantal consulten neemt af en dat creëert ruimte om andere patiënten te zien. Op deze manier kun je met hetzelfde aantal zorgverleners meer patiënten zien. Ook creëert het ETZ hiermee extra ruimte om patiënten met een opvlamming sneller langs te laten komen in het ziekenhuis.
Het hele zorgpad onder de loep
Thuismonitoring is niet hét sleutelwoord voor succes, aldus Marjolein Sikkema, MDL-arts bij het ETZ. “Enkel het aanbieden van thuismonitoring leidt nog niet direct tot het verkorten van wachttijden en efficiëntere zorg. Het is belangrijk om echt goed te kijken naar het hele zorgpad, van het moment dat de patiënt wordt verwezen naar het ziekenhuis, tot de intake, het (spoed)consult en juist de controle consulten. Zo zien we dat de standaard controle consulten voor patiënten met IBD geen meerwaarde bieden, dus zijn deze geschrapt”, aldus Sikkema. “Als je deze stap niet uit het zorgpad schrapt, moet de patiënt alsnog elke 3 maanden naar het ziekenhuis afreizen. De patiënt mag dan vervolgens na 5 minuten weer naar huis, omdat de controle geen medische meerwaarde biedt. Alleen door te kijken naar het hele zorgpad, beoordelen wat zinnige en passende zorg is, vervolgens het optimaliseren van het hele zorgpad, kunnen we de juiste zorg bieden aan patiënten en de toegang tot zorg voor de regio behouden.”
Een voorbeeld voor anderen
De waardering van patiënten voor IBD zorg met inzet van deze monitoring is hoog. “We zien ook veel ouderen die gebruik maken van de MijnETZ waarin dit zorgpad, maar ook alle digitale informatie van de patiënt is gebundeld. In principe kan iedereen die een whatsapp-bericht kan versturen ook MijnETZ gebruiken. Patiënten hebben het gevoel meer grip te hebben op hun aandoening en kortere lijntjes te hebben met hun zorgteam”, zegt Yvette Tooten. Toch blijven er nog uitdagingen. Daarbij valt te denken aan het goed informeren van patiënten over hoe het digitale zorgpad werkt en is het digitaal werken niet voor iedere patiënt vanzelfsprekend.
Nathalie van de Louw, transformatiemanager digitale zorg bij Coöperatie VGZ, pikt het mooie initiatief bij het ETZ op en draagt dit als mooi voorbeeld aan (proudly copied) bij andere ziekenhuizen. Het ETZ is erin geslaagd om thuismonitoring aan te bieden aan een grote groep patiënten én heeft het zorgpad opnieuw ingericht door kritisch te kijken wat meerwaarde biedt. Door deze combinatie zien we dat de toegang tot zorg voor patiënten in Tilburg geborgd blijft, een mooi voorbeeld voor andere regio’s waar toenemende wachttijden niet langer uitzondering, maar regel zijn geworden.”
