Zorg via PGO werkt, maar (nog) niet voor iedereen
Eén van de digitale middelen die in zorgprofessionals kunnen helpen is de Persoonlijke Gezondheidsomgeving (PGO). Maar zijn patiënten door het gebruik van een PGO ook meer betrokken bij hun zorg? Dat moest een pilot met de ketenpartners in Noord-Limburg uitwijzen. Meestal bleken patiënten inderdaad meer betrokken bij hun zorg door het gebruik van de PGO. Bovendien bleken professionals beter te kunnen samenwerken. Maar er is nog veel ruimte voor verbetering, onder andere in de gebruiksvriendelijkheid van de PGO.
Of lees het hele rapport:
PGO: persoonlijk account van de patiënt
Maar eerst, wat is precies een PGO? Dat is een persoonlijk account van de patiënt in een app of website. Daarin verzamelt de patiënt zijn medische gegevens. En beheert deze zelf. De patiënt bepaalt ook wie de gegevens kan zien. Zoals de thuiszorg, huisarts of mantelzorger.
Meer weten? Bekijk onze pagina over de PGO.
Foto’s delen en chatten via de PGO
Zeventien patiënten deden mee aan de pilot. Deze hadden allemaal wondzorg nodig. Ze deelden via de PGO foto’s van de wond met hun zorgverleners (zoals huisarts, apotheek en verpleegkundigen). En ze konden via de PGO chatten met hun zorgverleners. Daarnaast konden de zorgverleners onderling contact hebben via de PGO.
Dit initiatief draagt bij aan:
Wat ging er goed?
Tijdens de pilot kwam een aantal pluspunten naar voren.
-
Voordat de pilot begon, bepaalden alle betrokkenen samen aan welke eisen de PGO moest voldoen. Dat bleek goed te werken. Ook klein beginnen, met minimale middelen, bleek een gouden greep. De pilot kon daardoor snel van start.
Vooraf hield de projectgroep een droomsessie met de betrokken patiënten en zorgverleners. Hierin bespraken ze samen wat er voor deze pilot idealiter in de PGO moest zitten. Meer weten? Bekijk:
“Doordat iedereen vanaf het begin goed vertegenwoordigd was konden we écht co-creërend werken aan deze pilot. Naast ieders eigen inbreng, hebben wij denk ik ook erg veel van elkaar kunnen leren. Dit heeft de pilot en gemaakte progressie alleen maar goed gedaan".
-
De patiënten vonden in de PGO veel informatie over wondzorg. Daardoor wisten ze wat normaal was en wat niet. En konden ze op tijd hun zorgverlener inschakelen.
-
Patiënten vonden het fijn dat ze makkelijk contact hadden met hun zorgverleners. Ze konden via de chat in de PGO heel simpel een vraag stellen. En vice versa.
Patiënt
“... Daarnaast vind ik het contact gemakkelijker. Je kunt tussen de consulten door gemakkelijk contact hebben met je zorgverlener”.
Huisarts
“Als diegene langer had moeten wachten om mij te bereiken, had diegene de vraag niet gesteld. Het maakt het stellen van een zorgvraag gemakkelijk. Het stimuleert om sneller contact op te nemen...Toegankelijkheid is heel belangrijk. Dat is ook zo met een PGO, mensen stellen makkelijker vragen”.
-
De zorgverleners vonden het ook fijn dat ze snel en makkelijk contact met elkaar konden hebben. Ze zagen in de PGO elkaars opmerkingen en konden elkaar vragen stellen. Dat zorgde voor meer openheid en samenwerking. Waardoor ze de patiënt beter konden helpen.
“Fijn om feedback te krijgen over je eigen handelen, dat je niet alleen probleemeigenaar bent van de wond. Een expert die meekijkt met een wond bij mensen met een complexe zorgvraag”.

Wat ging er minder goed?
Ook een aantal minpunten kwam naar voren.
-
Een aantal patiënten vond de PGO te ingewikkeld. Er waren bijvoorbeeld te veel knoppen. Daardoor wist de patiënt niet waar hij op moest klikken.
-
In deze pilot moesten patiënten zelf informatie voor de zorgverleners in hun PGO zetten. Dat was niet voor iedereen makkelijk en duidelijk. Ook kon of wilde niet iedere patiënt zelf verantwoordelijk zijn voor het doorgeven van informatie.
-
Als de patiënt geen of niet de juiste informatie deelt, dan kan de zorgverlener niet bouwen op de PGO. De zorgverlener kan daarom beter niet alléén afhankelijk zijn van de PGO.
-
De zorgverleners misten in de PGO een duidelijk overzicht van de acties die nodig waren. De zorgverlener hoorde een melding te krijgen als er een actie voor hem of haar klaarstond in de PGO. Maar die meldingen kwamen niet altijd op het juiste moment of via het juiste kanaal.
Adviezen van de projectgroep
De projectgroep van de pilot leverde aantal adviezen op. Daarvan lichten we er enkele uit.
-
De PGO is nieuw voor patiënten en zorgverleners. En blijkt soms te ingewikkeld om te gebruiken. Daarom is het belangrijk dat leveranciers de PGO makkelijker in gebruik maken. En verder ontwikkelen, mét hulp van gebruikers. Zijn de PGO’s makkelijker in gebruik, dan gaan patiënten en zorgverleners ze waarschijnlijk vanzelf meer gebruiken. En doen ze er meer ervaring mee op.
“Het is eigenlijk nog te vroeg voor patiënten om het leuk te kunnen testen. Voor de ontwikkelaars: zij hebben veel input gekregen. Daar is het heel waardevol voor geweest”.
-
Tijdens de pilot moesten de zorgverleners nog in verschillende systemen werken, wat niet ideaal bleek. Een oplossing zou een regionaal gegevensplatform voor de zorgverleners zijn. Daarin kunnen alle zorgverleners met elkaar informatie uitwisselen. Dit platform zou dan op de PGO’s van de patiënten aan moeten sluiten. Zo kunnen de professionals op het juiste moment meldingen ontvangen over gevraagde activiteiten. En kunnen ze, als ze toestemming hebben, de gegevens in de PGO inzien. Dit kan helpen bij het zorgproces.
-
Ideaal zijn patiënten die om kunnen gaan met digitale middelen. En gewend zijn om informatie over hun ziekte bij te houden en te delen, zoals patiënten met een chronische aandoening.
“Ik kom er nu achter dat heel veel cliënten niet telebankieren omdat het te moeilijk is, terwijl wij dachten dat iedereen dat kon”.
Pilot initiatief van Regionaal Bestuurlijk Overleg
De pilot was een initiatief van het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Noord-Limburg. In het RBO werken de belangrijkste partners in de zorg samen. Dat zijn VieCuri, Coöperatie Cohesie, De Zorggroep, Proteion, Adelante, AmbulanceZorg, Vigo en de Limburgse Apothekers Coöperatie. Het RBO zette de pilot op met hulp van Coöperatie VGZ en Robuust. De zorgverleners die meededen werken voor de organisaties Cohesie, VieCuri, De Zorggroep en de Limburgse Apothekers Coöperatie.Waarom wij hieraan meewerken
Coöperatie VGZ vindt het belangrijk dat patiënten regie hebben over hun eigen gezondheid en zorg. Wij willen helpen met slimme oplossingen om dat te bereiken. Meer regie bieden was één van de doelen van deze pilot. Daarom steunen wij deze pilot. Zo werken we samen met zorgverleners en partners aan een gezonder Nederland. Voor iedereen.
“100% draagt het bij aan de eigen regie. Dit is precies iets wat nodig is voor mensen van mijn leeftijd die met mijn problemen worstelen. Ik krijg een wond, super sporadisch en gaat snel ontsteken. Met de PGO kan ik snel een berichtje sturen en gelijk starten met de behandeling."
Vragen? Ideeën?
Wilt u met ons van gedachten wisselen over dit initiatief? Graag! Bespreek het met onze zorginkoper. Of neem contact met ons op via onze pagina Service & contact.